DE TOEKOMST VAN…
De vegetarische kip van Ojah, producent van vleesvervangers, is gemaakt van water, sojameel en kruiden. Dankzij extrusie krijgen de ingrediënten de structuur en smaak van kip. De volledig plantaardige vleesvervangers van Ojah worden gemaakt in grote fabriekshallen in Ochten. Van daaruit gaan ze de hele wereld over. ‘Onze ambitie is om onze plantaardige vleesvervangers over de hele wereld voor een goede prijs te kunnen verkopen.’
‘De uitdaging bij het maken van vegetarische alternatieven voor vlees is vooral de structuur’, zegt Frank Giezen, oprichter van vleesvervangerproducent Ojah in Ochten. ‘Die moet lijken op die van vlees. Dat is gelukt via onze extrusietechniek.’ Giezen is eigenlijk polymeertechnoloog. ‘Ik maakte met die techniek bloempotjes uit zetmeel.’ Samen met Wouter Jansen en Jeroen Willemsen, met wie hij in 2006 Ojah opzette, werkte hij bij onderzoeksinstituut ATO-DLO in Wageningen. ‘We hielden ons bezig met technologische innovaties op het gebied van voeding. Wij kwamen op het idee de extrusietechniek toe te passen om met soja-eiwit een mooie structuur te maken. We zijn gaan experimenteren en er kwam een soort kip-achtige substantie tevoorschijn. We vonden het zo bijzonder dat we het product zelf op de markt wilden brengen.’ Het kantoor van Ojah ligt naast de productiehallen waarin een hele rij extruders staat te loeien. Aan de bovenkant verdwijnen er grote hoeveelheden sojameel in, aan de onderkant rollen er stukjes nepkip uit. Even verderop worden ze verpakt en ingevroren. Naast de fabriek is een enorme hal in aanbouw waar nog eens twee keer zoveel extruders komen. Ook in Amerika komt er een fabriek. ‘We groeien met zeventig procent per jaar. Maar we zijn een duurzaam bedrijf en dat willen we zo houden. Daarom wil ik de stukjes die we in Amerika verkopen ook daar produceren.’
Weinig variatie
In de beginjaren van Ojah was er wel interesse voor plantaardige vleesvervangers, maar er was weinig variatie. ‘Dankzij enkele investeerders en met een borgstellingskrediet konden we onze fabriek bouwen’, vertelt Giezen. ‘Door samenwerking met De Vegetarische Slager in 2010 ging ons product lopen. Zij deden de branding, wij de productie. Al snel kwamen er meer bedrijven die met ons wilden samenwerken. Wij verkopen ons product alleen in grootverpakking, onder de namen Beeter en Plenti. Wij willen volume maken. Andere bedrijven verzorgen de branding, verpakking en distributie. Behalve kipstukjes maken we nu ook kipnuggets en ribs op basis van erwteneiwit.’ Ojah is een duurzaam bedrijf. ‘We hebben de ambitie om winst te maken en onze producten over de hele wereld te verkopen’, zegt Giezen. ‘Maar nooit ten koste van mens en maatschappij. Onze soja komt bijvoorbeeld uit Europa, zodat het duurzaam is. Belangrijke bedrijfsvoorwaarden voor ons zijn integriteit, respect voor mens en milieu, ambitie, kwaliteit en samenwerking.’
Op de rem
Ojah is de snelst groeiende vleesvervangersproducent van Nederland. ‘We hebben de markt mee’, zegt Giezen. ‘Toen we begonnen, waren we één van de weinige fabrikanten. Nu maken zelfs vleesproducenten vleesvervangers. Wij willen onze producten wereldwijd tegen een goede prijs afzetten zodat meer mensen kiezen voor een alternatief voor vlees. In Amerika, Japan en Australië groeit onze afzet. Daarnaast zijn er steeds meer kant-en-klaar producten, zoals pizza’s en maaltijdsalades, waarbij je kunt kiezen voor een vegetarische optie.’ Ojah moet zelfs op de rem trappen om niet te hard te groeien en de productie nog aan te kunnen. ‘We hebben nu ruim honderdvijftig werknemers en draaien meer dan dertig miljoen euro omzet’, zegt Giezen. ‘Maar we blijven een nuchter, Nederlands bedrijf.’
VLEESVERVANGERS
De markt van vleesvervangers is booming. Steeds meer mensen kiezen met enige regelmaat voor een maaltijd zonder vlees.
• De verwachting is dat de Europese markt voor vleesvervangers over vijftien jaar is verachtvoudigd van 214 kiloton in 2020 naar bijna 1.700 kiloton in 2035.
• Het marktaandeel voor vleesvervangers lag in Nederland in 2020 op 2,5 procent. Het gemiddelde in Europa ligt op 0,5 procent.
• Er wordt in Nederland jaarlijks voor 200 miljoen euro aan vleesvervangers verkocht.
Dit artikel is gepubliceerd in het ledenmagazine Rabo & Co, van Rabobank Nederland
